Vaak is de voorgeschiedenis van de hond bij ons onbekend. Een hond kan angstig zijn en dit kan zich uiten in wegduiken, verstoppen, grommen, vluchten, aanvallen, happen etc. Vaak laat voorafgaand de hond signalen zien en het is belangrijk dat je deze goed kunt lezen bij de hond, zodat je daarop kunt anticiperen.
Zindelijkheid
Volg bij dit alles het tempo van de hond, beloon het gewenste gedrag i.p.v. ongewenst gedrag ‘verkeerd’ te corrigeren.
- Kijk waar de hond behoefte aan heeft. Juist extra beweging of duidelijke grenzen/regels, liefde, rust en ruimte etc.
- Ga aan de vertrouwensband werken en probeer negatieve ervaringen te voorkomen.
- Zorg dat je bij het benaderen van een angstige hond zelf rustig/ ontspannen bent. Kijk hem niet direct aan en benader hem niet rechtstreeks. Laat hem naar jou toe komen.
De honden zijn veelal gewend om buiten, in grotere ruimtes los te lopen en doen hun behoefte waar het uitkomt. Dus het kan zijn dat de hond bij u nog een ongelukje in huis heeft. Belangrijk is een vaste routine, de tijden waarop je de hond voert, wanneer je hem uitlaat. Kijk naar zijn signalen. Een hond zal eigenlijk nooit zijn eigen slaapplek bevuilen. Laat hem zien waar hij zijn behoefte wel mag doen. Is dit de tuin, buiten tijdens de wandeling, bij een pup kun je nog gebruikmaken van een zindelijkheidsmatje. Het belangrijkste moment bij een jonge hond is na het slapen, zet hem meteen buiten of hij als hij het niet in de tuin mag doen, ga dan meteen met hem wandelen. Wandel hierbij alleen naar de dichtstbijzijnde plasplek. Een pup raden wij aan zelfs op te tillen en erheen te dragen.